Het charterschip (Lengte 18 meter) met het gele bord is het motorjacht (lengte 13 meter) aan het oplopen.

Vragen:

1. Mag het vrachtschip oversteken naar de ‘verkeerde kant’ van het vaarwater.?

2. Mag het charterschip zijn oploopmanoeuvre doorzetten?

3. Wat moet het motorjacht doen in dit geval?

Blauw varen, antwoord

Het vrachtschip mag medewerking verlangen van het charterschip. Het charterschip is een passagiersschip dat kleiner is dan 20 meter, maar het mag meer dan 12 passagiers vervoeren. Het is dus een groot schip volgens het BPR. Het maakt dit kenbaar door het tonen van de gele ruit. Het vrachtschip maakt het verlangen, stuurboord op stuurboord, kenbaar door het blauwe bord met het flikkerlicht. Dit verlangen tot medewerking mag echter pas gedaan worden als het vrachtschip ervan overtuigd is dat het charterschip eraan kan voldoen zonder dat dit gevaar oplevert. Maar ook voor het kleinere schip mag de manoeuvre geen gevaar opleveren. Het charterschip moet eveneens antwoorden met het blauwe bord als het daarmee is uitgerust. Het motorschip (klein schip) verleent voorrang aan het grote schip, bij voorkeur door aan de vraag van het grote schip te voldoen. Dus in dit geval stuurboord op stuurboord. Goed zeemanschap vraagt in dit geval, volgens mij, van het charterschip dat het de oploopmanoeuvre uitstelt totdat het vrachtschip zijn manoeuvre heeft uitgevoerd.