Toerzeiler Blogs

Het waaide hard en . . .

Het waaide hard en . . .


Op een zeilkamp gaat het vooral om het kamp, de pret, de lol en zijn de zeilboten hulpmiddel. Ja, er wordt instructie gegeven, maar dat is geen doel maar middel om mooie tochten te varen. Niks diploma’s aan het eind van de week, maar wel een onvergetelijke bonte avond. Dat je bij zo’n week als schippers ook een bijzondere band opbouwt mag duidelijk zijn. Dus nog een weekendje zeilen met de hele ploeg is wel zo gezellig.

Op vrijdagavond schepen we in op de Tjalk van Yme die in Workum bij de spoorbrug zijn ligplaats heeft. De weersvoorspellingen hebben het over ZW 5 later 6 of meer. Helaas geen weer om richting Wad te gaan, maar zaterdagmorgen lijkt de wind mee te vallen en we gaan de spoorbrug door en zetten zeil. Door de Yntemasloot richting Heegermeer. De wind begint aardig toe te nemen en we besluiten Heeg als eindbestemming voor die dag te kiezen. De kokkie van het zeilkamp is ook mee dus er staat een stevige, smakelijke hap op tafel die avond.
Buiten giert de wind door het want, enkele schoten klapperen tegen de mast, af en toe een striemende regen tegen de raampjes, binnen brandt de kachel en is er hete koffie.
Er worden herinneringen aan het zeilkamp opgehaald, er wordt veel gelachen en de stemming zit er helemaal in. Na de koffie wordt er een klein glaasje Beerenburg geschonken, de verhalen worden sterker en de sfeer neemt toe. Yme, een echte Fries, is geen grote prater maar enkele glaasjes verder neemt hij het woord.

“Jullie denken dat het nu hard waait, maar ik lag een keer met de Tjalk op Terschelling en we moesten terug”. Er volgt een spannend zeilavontuur waarbij alles nog maar net goed gaat, uiteraard mede en vooral dankzij het vakmanschap en de stuurmanskunst van de schipper. Nou trof het dat één van de zeilkampschippers, Henk, in zijn studententijd geschipperd had op de Tjalk van de Studenten Zeilvereniging en ook wel wat ervaringen had. Dus toen Yme zijn verhaal afsloot nam Henk, een Westfries, het woord en vertelde van die keer dat ze met windkracht veel, en huizenhoge golven tegen de wind in moesten. Dat kon de Fries niet onbeantwoord laten dus er volgde een nog sterker verhaal. Die avond braken masten als luciferhoutjes, scheurden klapgijpen hele zeilen doormidden, knalden de klinknagels uit het vlak, moesten de gaten waar het water door naar binnen gutste gedicht worden met zijden spek. En nog veel meer, maar dat weet ik allemaal niet meer helemaal precies want die fles bleef ook maar rondgaan.

Zondagmiddag was de wind ietsje minder en moesten we weer terug naar Workum. Op de motor recht tegen de wind in, het buiswater kwam met wolken over het schip heen en zelfs achterop het schip werd je er zeiknat van. We hebben dat weekend nauwelijks gezeild, maar ik heb zelden in één weekend zoveel en zo spannende zeilavonturen beleefd.
Ik moest aan die verhalen van dit weekend terugdenken toen we onlangs via het Fransche Gaatje naar Vlieland waren gezeild. In de winkel op de haven vond mijn vrouw het boekje “het Fransche Gaatje”. Ik kreeg het van haar cadeau, heb het in één stuk uitgelezen en ben nu zeven verklaringen rijker waarom het Fransche Gaatje het Fransche Gaatje heet. Zeven bloedstollende, tranentrekken verhalen over hoe die geul aan zijn naam gekomen is, waarbij de schrijver zelf opmerkt:
“Ze zijn volledig uit de duim gezogen, iedere eventuele gelijkenis met de historische realiteit is zuiver toeval, niets klopt. Op één ding na, het Fransche Gaatje bestaat echt!

Wil je zelf genieten van een paar prachtige (zeil)verhalen, of zoek je een passend cadeau voor een stoere zeiler:
“Het Fransche Gaatje” van Eric de Groot